donderdag 24 november 2011

herfst 2011: het bos

Eindelijk was de herfstvakantie aangebroken. We zouden met z'n allen de eerste week van de herfstvakantie in Bourgogne zijn. Ik zou op zaterdag Pascale en Marie op de trein naar huis zetten en dan zelf nog een tweede week alleen verder werken in het huis.

Om te kille toestanden in het huis te vermijden verkozen we in Bourbon-Lancy te overnachten en de volgende dag de laatste honderd kilometers naar onze bestemming af te leggen. Op die manier konden we het stadje waar we al vele malen waren langsgereden bezoeken en hadden we ook een hele dag tijd om het huis op te warmen. Uiteindelijk was dit laatste niet nodig geweest omdat het weer erg zacht was voor de tijd van het jaar.
Het mooie weer bleef de hele week aanhouden, ideaal voor een goede boswandeling. De natuur was op zijn mooist en door het aangename weer konden we echt genieten. We zouden de komende dagen nog van die wandelingen maken.
In een vorige aflevering (augustus, deel 6) schreef ik reeds over de boleten die overal de kop opstaken. Dat waren toen nog de vroege boleet soorten. Nu zouden de echt smakelijke cêpes of eekhoorntjesbrood moeten te vinden zijn. Daar er veel paddenstoelliefhebbers in de streek zijn (we zien regelmatig onze buurman langs ons huis passeren en dan terugkeren met een mand vol weidepaddenstoelen) zocht ik een wandeling uit die iets buiten de aangegeven wandelpaden lag. We hadden geluk. Pascale bemerkte plots een KANJER van een boleet met in de buurt nog een hele familie kleinere soortgenoten.


Na onderzoek was het duidelijk dat het hier eekhoorntjesbrood, i.e. cêpes (Frankrijk) or porcini's (Italie) betrof. Ik plukte er drie mooie en liet de andere staan. Pascale bleef kritisch en zou er uiteindelijk niet van eten. De grootste kanjers liet ik staan om de voortplanting van de soort te vrijwaren in de hoop dat we op dezelfde plek de komende jaren nog vaak cêpes zouden kunnen plukken.


Eén cêpes zou ik die avond bakken, de andere wou ik drogen. Na lang zoeken vonden we in Cluny een droogmachine. Daarmee kon konden we de paddenstoelen drogen voor later gebruik (e.g. Risotto met gedroogde porcini's...). Vers was de cêpes heerlijk: een textuur van kalfslever en de smaak had iets van heel fijn kalfsvlees met een lichte anijssmaak. Pascale en Marie zaten me de hele tijd te observeren om te zien of ik van kleur zou veranderen en vroegen de hele tijd of ik geen buikpijn of hoofdpijn kreeg. Geen leuke omgeving om van de paddenstoelen te genieten... ;-)
We vonden op de wandeling nog vele andere soorten, maar daar bleven we wijselijk af alhoewel ik dacht verschillende hanenkam paddenstoelen (Cantharellus cibarius) te kunnen onderscheiden (tweede van links op onderstaande foto). Ik moest Pascale beloven enkel 100% zekere soorten te plukken en ze nooit in mijn eentje op te eten... ;-)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten