vrijdag 28 december 2012

een stukje geschiedenis...

In het dorp is de meerderheid van de bevolking van pensioengerechtigde leeftijd, wat helemaal niet wil zeggen dat die mensen op inactief staan...

De meesten onderhouden een uitgebreide moestuin en daarnaast is een deel halftijds landbouwer. Die houden er dus meestal nog enkele beesten op na. Na hun eeuwige dagtaak blijven heel wat mensen geïnteresseerd in de cultuur en de natuur die hen omringt. Zo is een kleine groep mensen al enkele jaren bezig een boek te schrijven over de streek en het dorp in het bijzonder. Af en toe vangen we via Jean-Luc iets op van de werkzaamheden (het boek zou klaar moeten zijn tegen eind 2013). Laatst stond er in het jaarverslag van het dorp een beschrijving van een archiefstuk dat betrekking had op ons huis, het oude presbythere van het dorp. Ik geef hier een samenvatting (met dank aan Jean-Claude Michel voor het volledige artikel) en een korte uitweiding over de relatie tussen de curé (de pastoor) en zijn parochianen in het rurale Frankrijk van het ancien regime.

Op 5 september 1613 kwam Gérard Saulnier, de Lieutenant-Général au baillage du Charollais (Charolles was rechtstreeks eigendom van de kroon en geen leengebied), met zijn klerk naar Suin. Hij zou daar enkele klachten aanhoren aangaande de heropbouw van het presbythère dat 45 jaar eerder in brand werd gestoken bij de doortocht van de troepen (zo'n 5000 man) van Amiral Gaspard de Coligny tijdens de "guerre de religions". Deze waren op de terugtocht van een raid op Cluny (juni 1570) en plunderden de katholieke eigendommen (profaan en religieus) die ze op hun weg tegenkwamen. Zo werd ook de kerk en het dorp van Beaubery geplunderd en in brand gestoken alsook het kasteel van Artus (les Cornes d'Artus is het enige wat er van overblijft) en dat van Suin zelf (Maar of dit laatste op hetzelfde moment gebeurde ben ik niet 100% zeker. Het is wel een feit dat het kasteel van Suin tijdens diezelfde reeks godsdienstoorlogen in vlammen opging).
Gaspard de Coligny
Gaspard de Coligny zou als belangrijk Hugenoot het eerste slachtoffer zijn van de Sint Barthelomeus nacht (23 op 24 aug 1572).
Maar dit terzijde, terug naar 1613. De klacht kwam van Antoine Morin, prêtre/curé (pastoor) van Suin, bijgestaan door zijn advocaat (!?) en zeven vertegenwoordigers van de bewoners (de ouderen van het dorp, allen rond de 70 jaar). Alle spraken zij over hoe de "zogenaamde" gereformeerde legers lelijk huis hielen en het presbythère en vele andere huizen brandend achterlieten (Niemand sprak klaarblijkelijk van het kasteel, vandaag mijn onzekerheid). Nu wilden ze (of vooral de pastoor wilde) een nieuw presbythère en daar de bewoners van Suin niet rijk waren riepen zij de tussenkomst in van hogerhand. De dorpsbewoners moesten normaal gezien zelf volledig instaan voor een woning voor hun pastoor, maar daar waren ze om verschillende redenen niet happig op (zie verder). Ook de pastoor was helemaal niet tevreden; nu moest hij zelf een huis in het dorp huren voor zijn vicaris (Het is niet duidelijk waar hij zelf woonde). Alle getuigen beschreven de ideale plaats voor het nieuwe presbythère (daar er rond de kerk geen plaats meer was) op 400 a 500 passen van de kerk. In huidige afstandsmaten komt dit overeen met 300 a 350 meter, wat mooi overeenkomt met ons huis. Tot zover het archiefstuk...

In het ancien regime waren de verhoudingen tussen pastoor en zijn parochianen duidelijk niet altijd koek en ei. De conflicten vonden meestal hun oorzaak in een verschillend verwachtingspatroon. De pastoor verwachtte van zijn parochianen (1) onderhoud van het religieuze goed (kruisbeelden, kerkhof en kerk), (2) onderhoud van de woning van de pastoor (lees: dus ook de bouw van een presbythère) en (3) levensonderhoud en verloning van de pastoor. Verschillende conflicten tussen beide partijen zijn opgetekend in de archieven en allen draaien ze uiteindelijk om hetzelfde. Zo is er in July 1616 een geschil tussen dezelfde Antoine Morin, curé van Suin, en zijn parochianen aangaande een "droit de quarte", een erfeniskwestie, waar de pastoor dacht aanspraak op te kunnen maken.
De redenen waarom de bevolking (= de parochianen) niet stond te springen voor een nieuw presbyterium zijn begrijpelijk. Ten eerste de zware kosten die ze als dorp volledig moesten dragen en ten tweede wilden ze het standenverschil tussen de parochianen en hun curé, die, zo vonden ze, toch als herder tussen zijn kudde moest leven, niet versterken door de bouw van "une maison bourgeoise" (i.e. beter en groter dan hun eigen onderkomen). Ze zagen hun curé (voor een deel uit eigenbelang) meer als een geestelijk leider (i.e. een van hen) en mediator tussen de verschillende socio-economische groepen in hun samenleving dan als een notabele en intellectueel. Om een deel van deze discussies te vermijden werd in 1695 met een edict duidelijk gesteld dat parochianen verplicht waren hun pastoor te huisvesten en "prévoir un logement relativement spacieux et confortable".
(vrij naar Serge Dontenwill, Communautés rurales et vie paroissiale sous l'ancien régime: les problèmes matériels de quelques paroisses de Bourgogne méridionale à la fin du XVIIIe siècle)

Of het nieuwe presbythère er dus onmiddellijk kwam is niet helemaal duidelijk. Het legt wel een duidelijke ondergrens voor het bouwjaar van ons huis ergens in het begin van de 17e eeuw (1613-1625) en dat is een heel eind vroeger dan de huidige bovengrens ergens in de 18e eeuw, gebaseerd op het kadaster van Napoleon (1812) en een ruwe indicatie van de Notaris (ergens in de 18e eeuw).

We moeten toch dringend eens naar de archieven in Mâcon (en we zeggen dit nu al een paar jaar...)

2 opmerkingen:

  1. Ik stel voor dat we als represaille de Gaspard de Colignyschool in Gent in brand steken.
    http://www.mijnschool.be/

    Frank

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. "represaille", "school" en "in brand steken" in een en dezelfde zin? Zie dat vanavond de Internet Politie niet aan je deur staat... :-)
      Ik zal de juf van Suin voorstellen een uitwisselingsprogramma op poten te zetten. Dat kan een eerste stap zijn naar verzoening en leren de kinderen wat ze allemaal hebben uitgespookt 450 jaar geleden.

      Verwijderen