donderdag 31 juli 2014

Juli 2014, "Chalon dans la Rue"

Vorige zomer besloten we dat we van onze zomervakantie zouden gebruik maken om de iets ruimere omgeving te verkennen en elk jaar een iets langere uitstap met overnachting zouden inlassen. Dit jaar was Chalon-sur-Saône met zijn straattheaterfestival "Chalon dans la rue" aan de beurt. In een vlotte beweging zouden we dan ook het fotografiemuseum en het huis van Nicéphore Niepce net ten zuiden van Chalon bezoeken.

Het is al een paar jaar dat we in de plaatselijke krant op een afstand het jaarlijkse straattheaterfestival in Chalon volgen en in het begin was die afstand redelijk groot. We dachten dat het een verkleinde uitgave van de Gentse Feesten was en daar hadden we geen zin in. Na verloop van tijd en geprikkeld door goede kritieken in de krant vond vooral Pascale dat we er nu toch eens moesten naar toe gaan en waarom niet als onze eerste langere zomeruitstap. Een klein hotelletje aan de rand van Chalon werd maanden op voorhand geboekt en nu was het dus zover. Het weer was wat variabel, maar voor het weekend werd toch iets beter weer voorspelt.
Chalon viel ons bijzonder goed mee. We verwachten een kleine versie van Mâcon, maar het historisch centrum is bijzonder mooi. Een stuk mooier dan Mâcon en echt de moeite.

Het was een drukte van jewelste in de stad, allemaal bezoekers van het straattheaterfestival. En omdat, in tegenstelling met de Gentse Feesten, "Chalon dans la Rue" enkel en alleen om straattheater draait en niet om veel eten, drinken, muziek en kermis was de sfeer zeer apart en bijzonder aangenaam, redelijk alternatief ook.
Als reactie op een regeringsbeslissing om de uitkeringen voor mensen in de artistieke sector te hervormen (lees: sterk te bezuinigen) waren er enkele gecoördineerde acties om hiertegen te protesteren. De meeste van deze acties waren symbolisch en konden op de sympathie van het publiek rekenen. Analoge acties waren er dit jaar ook op het theaterfestival van Avignon.
We hebben redelijk wat optredens kunnen zien (van het officiële programma en van het Off festival). Er was veel volk maar op geen enkel moment hadden we een gevoel van beklemming. We hebben streng moeten selecteren want er was heel wat te zien. Een echte liefhebber van straattheater kan zonder problemen vier dagen in de stad van optreden naar optreden gaan zonder zich een moment te vervelen.

De volgende dag pikten we eerst nog een dansvoorstelling (prachtig!) mee op het grote plein aan het stadhuis en daarna bezochten we het fotografiemuseum. Het fotografiemuseum in Chalon wordt opgehangen aan Nicéphore Niépce die net buiten Chalon leefde en werkte en die, onder andere, de uitvinder van de fotografie mag genoemd worden (samen met William Fox Talbot). Het museum geeft een interessant overzicht van de beginjaren en de evolutie van de fotografie en de manier waarop het stelselmatig ons beeld van de wereld veranderd heeft. Daarnaast waren er drie tijdelijke tentoonstellingen, een van Roger Ballen ("asylum of the birds"), een bloemlezing uit de FNAC collectie en een overzichtstentoonstelling van Patrick Bailly-Maître-Grand. Roger Ballen was heel bevreemdend en boeiend, de FNAC fotocollectie is ronduit schitterend. Een hele zaal vol iconische beelden van de grote fotografen van de jaren 50 tot vandaag. Veel Franse fotografen (natuurlijk), maar ook veel Magnum leden, vooral zwart-wit werk. Patrick Bailly-Maître-Grand was een openbaring toch in vergelijking met Thomas Ruff, die we onlangs in het SMAK in Gent zagen. Ik had er een hele middag kunnen rondhangen en had zin de hele museumshop leeg te kopen (wat ik niet heb gedaan...).

In de namiddag op weg naar huis bezochten we het huis van Nicéphore Niépce in Saint-Loup-de-Varennes, net ten zuiden van Chalon. We waren de enige bezoekers in het kleine museum. We kregen een persoonlijke rondleiding door het huis waar Nicéphore Niépce (die eigenlijk Joseph Niépce hete, maar Nicéphore mooier klinken vond). We liepen langs het raam waar de eerste foto werd genomen en kregen een goede uitleg over de verschillende procedés die Niépce (eerst alleen en later samen met Daguere) op punt stelde. De zolder, waar Nicéphore het grootste deel van zijn tijd doorbracht was zo goed en zo kwaad als het ging in de oorspronkelijke staat herstelt en gaf een mooi beeld hoe het er in die tijd moet zijn geweest. Achteraf, om de cirkel rond te maken, wilden we nog naar het kerkhof om zijn graf te bezoeken maar we werden door een enorme regenbui overvallen. Toen het ietwat minder werd zijn we tussen de druppels door eens snel gaan kijken, maar het was wat ontgoochelend. Een weinig opvallende grafsteen aan de ingang van het kerkhof.

We waren blij dat we terug thuis waren. Vooral Voltaire was door het dolle heen na twee dagen opsluiting in het huis. De volgende dag vertrok ik terug naar Gent voor een volle werkweek. Zoals afgesproken zou ik de volgende zaterdag al terug in Suin zijn...

Geen opmerkingen:

Een reactie posten