zondag 10 augustus 2014

Augustus 2014, over feesten en bezoeken

Terwijl ik in België was om te werken ging Bourgogne voor een paar dagen in winterslaap. Drie dagen lang zagen Pascale en Marie door de dikke mist amper de andere kant van de straat. Het lange wachten kon beginnen, in Gent en in Suin... Ik had mijn bezigheid die vijf dagen, Pascale had er iets meer moeite mee.

Tegen zaterdagmiddag was ik opnieuw in Suin. Intussen waren Danny, Trees, Joke, Sjoerd en hun jongeren ook toegekomen. Het zou dat weekend druk worden in het dorp. Boven, naast de kerk, stond er intussen een grote tent waar de toneelvoorstelling ("la mémoire de coquelicots") naar aanleiding van 100 jaar 14-18 zou plaats vinden. Maar ik ga te snel... Tijdens mijn verblijf in België werd Pascale op een ochtend om acht uur gewekt door de timmerman die het nieuwe raam met luiken in de nieuwe slaapkamer kwam installeren. Pascale is waarschijnlijk nog nooit zo snel uit haar bed gesprongen. De beelden geven wel een goed idee wat voor weer het die week was...

Zaterdagavond gingen we naar de première van de voorstelling in de tent boven. Het was amateurtoneel en dus waren de verwachtingen (ten onrechte!) niet hoog, maar het was eigenlijk best goed. Het begin was wat onduidelijk (mijn Frans is niet echt schitterend) maar de evocatie van de oorlogsjaren was heel pakkend. Een mooi begin van de festiviteiten die het hele weekend zouden duren. Maar hierover later meer.

Toen ik een week eerder naar Gent reed stopte ik tegen de middag aan de boerderij van Marijn en Liesbeth die deze keer wel thuis gaven. Veel tijd had ik niet, maar toch kreeg ik een volledige rondleiding door het huis en bijgebouwen. We spraken af dat ze de zondag nadat ik terug was in Frankrijk zouden afkomen naar Suin om onze verbouwingen te komen bekijken. Die zondag tegen de middag stopten ze aan ons huis. Marijn en Liesbeth werken in een andere mode aan hun huis. Wij werken vooral in het tussenseizoen met enkele mensen. De zomers werken we maar op halve kracht. Marijn en Liesbeth concentreren al het werk van een gans jaar in een zomermaand. Dan komen vrienden, vriendinnen en familie in grote getale om samen aan het huis te werken. Op bepaalde momenten waren er samen meer dan twintig mensen samen. Zo'n bende te eten geven en te slapen leggen is een project op zich. Op het hoogtepunt bakt Liesbeth twaalf broden per dag...
Na een gezellig maal en een rondleiding door het huis en het dorp reisden ze terug naar hun stek. Hun dochtertje, Madeleine, en Marie waren meteen goede maatjes. terug in Gent hebben ze er een extra babysit bij, denk ik...

Die avond was er de tweede voorstelling van het toneelstuk, maar daarnaast was er ook een tentoonstelling in "le maison du pays" met oude postkaarten, geschiedkundige boekwerken over het dorp en de streek en kunst van de poilu's. "Poilu" (letterlijk "Harige") is een koosnaampje voor een Franse infanteriesoldaat tijdens de eerste wereldoorlog. Tijdens het lange wachten werden gebruikte hulzen en ander afvalmetaal omgevormd tot echte kunstwerkjes. geen huisvlijt, eerder loopgrachtvlijt...
Er waren opnieuw vooral postkaarten van naar foto's van Cretenet, de oud-burgemeester die in de tweede oorlog als vergelding is gefusilleerd door de Duitsers, en een van de postkaarten gaf een beeld van school met daarnaast ons huis. Dat is tot nog toe de oudste foto van ons huis. Je ziet duidelijk dat toen de linker toren ook al een soort bad/waskamer was waarbij het gebruikte water uit het venster via een trechter recht in de afloop werd gegoten. Een elegante oplossing, maar het is wel niet duidelijk of hier ook de bedpannen werden geleegd of enkel gebruikt waswater. Verder zien we meer stuikgewas rond de trap en eigenaardige uitsteeksels uit beide schouwen. Het lijken schouwpotten uit gebakken aarde. Nog niet gezien zoiets...

In de namiddag was er op de berg een voorstelling van "les Gâs du Tsarollais" een volksdans groep uit (inderdaad) Charolles. Ik herinner me nog volksdansgroepen uit mijn jeugd toen het in de lage landen nog hip was om verkleed in oude kostuums in de ronde te dansen. Het is van mijn jonge jaren geleden dat ik nog naar zo'n spektakel stond te kijken en, verdorie, ik vond het echt leuk... Nu niet dat we ons gaan inschrijven, maar die folklore mag er best wezen en het is duidelijk te zien aan de samenstelling van "les Gâs" dat alle leeftijdscategorieën (al dan niet met volle goesting) deelnemen.
Naast dans en zang was er ook ruimte voor het woord. Jean-Paul Le Du (van de gelijknamige geitenkaas) droeg teksten van frontsoldaten (les Poilus) voor met een passie en inlevingsvermogen dat door merg en been sneed. Ik begreep niet alles (de micro viel regelmatig uit... tot groot ongenoegen van Jean-Paul) maar de intensiteit was confronterend. Ik was helemaal niet op de hoogte dat er zoveel boeiende teksten uit die periode beschikbaar waren. Intussen las ik, op aanraden van Frank "Mijn Roode Kloosters" van Martial Lekeux en ook hier vond ik diezelfde intensiteit. Ik kijk intussen met een heel andere ogen naar die grote oorlog 100 jaar geleden.


Danny had voor ons allen gereserveerd voor de gemeenschappelijke maaltijd die avond na de tweede voorstelling. Er was een traiteur uit Saint Cecile geëngageerd waarvan Jean-Paul Le Du wist te melden dat het een goede kok is. We waren dus benieuwd. Bij regen konden we met zijn allen onder de tent, maar het weer was die namiddag veel beter en we konden dus gewoon buiten eten naast de tent. En het was lekker: Jambon persillée, cuisse de caneton met gratin dauphinois en een stuk fruittaart achteraf. Je hoorde niemand klagen...
Achteraf was er wat wij een boombal zouden noemen maar wat daar gewoon "bal populaire" noemen. Dansen zoals "Le Scottish" en "La Valse" volgden elkaar in snel tempo op en iedereen deed mee, jong en oud. Nu zijn we nog vooral toeschouwer, maar nu Marie via de JNM ook boombal festivals begint onveilig te maken, zullen we wel moeten volgen...

De volgende dag kregen we bezoek van Lies en Marjolein, buren uit Gent die in Matour (zo'n 30 km meer naar het zuiden) op camping zaten. Het is echt leuk om buren of vrienden uit Gent op bezoek te hebben. Je hoort nog eens iets van het thuisfront en je leert elkaar in een andere omgeving iets beter kennen. Marie was weer in de wolken dat ze twee kinderen van Lies en Marjolein "haar" berg kon tonen...
En nog was het niet gedaan! ;-) De volgende dag kwamen Lieve en Frank langs. Ze waren zoals een paar jaar geleden met de fiets op reis door Bourgogne. Eerst met de trein tot in Dijon en dan langs de vele kanalen dwars door Bourgogne, van stadscamping naar stadscamping tot, via de steile westkant, tot aan ons deur. Lieve was blij de vorderingen aan het huis met eigen ogen te zien zonder te moeten betrouwen op het regelmatig ooggetuigenverslag van Frank.  Gelukkig voor hen moesten ze dezelfde dag niet meer verder maar bleven ze bij ons overnachten.
De volgende dag konden we samen naar de markt in Charolles en konden we op ons gemak wat door het stadje wandelen. Eigenlijk is Charolles best een leuke stad, ondanks duidelijke tekenen van verval hier en daar. Met wat kleine initiatieven op de juiste plaatsen zou het zeker terug tot bloei kunnen komen, maar op dit moment geeft het een ingeslapen indruk...
De volgende dag moesten Frank en Lieve in Mâcon de trein terug nemen naar België. Omdat Mâcon twee valleien verder ligt en er dus twee hellingen moesten overwonnen worden (i.e. Col des Vaux en de Col du Bois Clair) besloten ze om de etappe in twee dagen te doen. Diezelfde dag nog van Suin naar Cluny en de volgende dag van Cluny naar Mâcon. Het eerste stuk liep via Sivignon en Buffieres en door het mooie Forêt des Trois-Monts tot aan de stadscamping van Cluny. Het tweede stuk liep langs de Voie Verte tot het station van Mâcon met een nijdige klim tot aan de fietserstunnel onder de Col du Bois Clair. Het was bijzonder aangenaam om Frank en Lieve nog eens op bezoek te hebben.


1 opmerking:

  1. Hoi Dirk,
    die schouwpotten die je op de oude foto's kan zien bestaan mestal uit 2 delen.
    Het onderste deel "le tuyau" (de buis) en het bovenste deel "mitre" of "chapeau" (mijter of hoed) en zijn inderdaad uit gebakken aarde.
    Ze dienen eigenlijk om het "trekken" van de schouw te verbeteren en zo het neerslaan van de rook te verminderen.
    Het kan zijn dat ze in de Bourgogne intussen in onbruik geraakt zijn, maar in andere delen van Frankrijk zie je er echt mooie exemplaren van.
    Maar ze worden inderdaad niet overal gebruikt.

    BeantwoordenVerwijderen