zondag 16 augustus 2015

zomer 2015: vierde week

Eindelijk… na een maand van droogte en hitte krijgen we wat menselijker zomerweer: aangenaam warm (rond de 25 graden) en af en toe een beetje regen. Eindelijk!


We waren over halfweg en met het iets normalere zomerweer konden we makkelijker nog wat werken. Pascale knapte het luik aan het badkamerraam op dat na onze vorige restauratie met multiplex erg te lijden had van het klimaat. Nu gaan we het luik herstellen met een plaat in kunststof. We hopen dat dit langer zal meegaan…
Intussen hield ik me ledig met het kalken van de nokken op de slaapkamer. Buiten het feit dat het in de hoogte werken is en dat kalk gemengd met zand zwaar werken is ging het redelijk vlot.

 

De nok aan de kant van de zolder (wat vroeger eigenlijk een buitenmuur was) heeft een leuk raampje. Pascale wou zeker geen opening naar de zolder en vond het misschien best dat de opening werd dichtgemaakt. Ik vond het idee van een nis in de slaapkamer geen slecht idee en daar ik op de stelling stond (en niet Pascale) had ik vrij spel om mijn zin te doen. Het werd dus een nis. De opening naar de zolder werd vakkundig gedicht en geïsoleerd met 20cm houtwol, 4cm kurk, 2cm fermacell en een paar cm kalk-zand mengeling. Dat moet volstaan om de kou, de warmte en het ongedierte buiten te houden. Iedereen tevreden…


We hadden intussen een mooi plan voor de slaapkamer. Het enige onduidelijke onderdeel is de schouw. Eerst wilden we een inox inzetstuk (un avaloir) laten maken dat in de schouwmantel zou passen. De smid zag dat niet erg zitten, dat was wel duidelijk. We leren hem intussen een beetje kennen… 
Deze zomer begon het idee te rijpen dat het eigenlijk beter zou zijn dat het inox inzetstuk niet in de schouwmantel zit maar op de schouwmantel staat. Tijdens de paasvakantie had ik al een mooi effen platform gegoten in kalkbeton, in het gedacht dat dit een goede basis zou zijn voor de schouwmantel (in Ytong stenen, waarschijnlijk). Datzelfde platform zou dus eigenlijk ook perfect kunnen dienen als basis voor het schouwstuk. Ik wou dus snel de smid opnieuw spreken. Hem te pakken krijgen is meestal een probleem, ook nu…

Het aangenamere zomerweer zorgde er ook voor dat de natuur minder droog stond en dat de ban op open vuur voorbij was. Eindelijk konden we dus onze vuurput gebruiken. het was wat wennen, maar koken op een open vuur is redelijk goed te controleren omdat je met verschillende vuurpunten kan werken elk met een verschillende intensiteit. Grotere stukken vlees kunnen dus langzaam garen zodat je een sappig stukje vlees op je bord krijgt terwijl je tezelfdertijd kleinere spiesjes ook snel kan grillen.


Op de terugweg van de markt in Montceau-les-Mines (een stadje op sterven na dood, maar volgens de website “en pleine transformation”) stopten we bij enkele getuigen van het rijke industriële verleden van de streek. Enkele stadjes in de streek verwijzen hier naar door de achtervoegsels “mines” of “forge” in hun naam. Veel van de gebouwen staan echter leeg zonder veel toekomstperspectief.
De terugweg verliep grotendeels langs het Canal du Centre, indertijd dé transport-slagader van de streek die de Loire met de Saone en dus eigenlijk de Atlantische oceaan met de Middellandse zee verbindt. Zo’n kanaal is een staaltje van ingenieursvernuft met sluizen, kanaalbruggen, tunnels en geulen (Genelard) allemaal ten dienste van de kanaalsnelweg.



Intussen waren Sjoerd, Joke, Teun en Aafje voor een tweede maal deze zomer aangekomen en dat is voor Marie, maar ook voor ons, steeds bijzonder aangenaam. We kunnen al eens samen naar een rommelmarkt (Charolles: twee grote plaatstalen kookpotten voor als er eens twintig man blijft eten…) of naar het Festival de la Chanson Française (15 augustus in Sivignon). Dit jaar moesten we kiezen tussen het festival en een crémaillère bij Liesbeth en Marijn. Helemaal niet gemakkelijk maar we kozen uiteindelijk voor dichtbij. Dit jaar was er zowaar een Belgische deelneemster. Ze gaan internationaal... Het was een heel goed festival. Toen een tachtigjarige deelnemer La Montagne (Jean Ferrat) zong en bij het refrein plots de hele wei meezong kreeg ik kippenvel en een krop in de keel. Iets om niet snel te vergeten, zo’n moment. Johan Noly, een jongen uit Sivignon, die nu al een drietal jaar na elkaar een revelatie is op het festival won de prijs voor de jeugd. De choucroute smaakte ons erg en als kers op de taart krijg ik de smid te pakken. Hij zou twee dagen later nog eens langskomen. 
  

Het weer was heel aangenaam de laatste twee weken. We maakten een hele mooie wandeling in het Bois des Morphées waar we nog meer granietrotsen ontdekten en fotografeerden. Ik heb deze zomer al heel wat materiaal verzameld. In een van de volgende afleveringen laat ik wel wat zien.


Op een dag gingen Pascale en ik een rommelmarkt in Clermain bezoeken en maakten we een kleine wandeling op zoek naar een mooi groot huis dat we steeds van ver zien. Marie bleef thuis bij Aafje. Toen we terugkwamen en op het terras wat napraten zagen we een ziekenwagen in volle vaart de berg afrijden met daarachter Joke alleen in de auto. Normaal wordt er steeds eens kort getoeterd, maar nu leek Joke ernstig. Er zou toch niets gebeurd zijn? Toen we op onze mobiel keken hadden we allebei verschillende gemiste oproepen. Nu bleek dat Sjoerd van de trap gevallen was (we dachten eerst dat er iets met de meisjes was…). Op de een of andere manier (Sjoerd weet het zelf ook niet goed meer) had hij zijn stap niet en was hij van boven aan de trap naar beneden getuimeld, tegen de muur gevlogen en nadien, bijna omgekeerd, tegen de kast tot stilstand gekomen. Ik kan het nu wel met drama vertellen maar enkel omdat alles, al bij al, nog meeviel. Sjoerd had wel een serieuze hersenschudding en drie ruggenwervels gebroken maar niets was verschoven en dus zou het allemaal na veel rust en herstel wel goed komen. Het had allemaal heel veel erger kunnen zijn en dan had alles er helemaal anders uitgezien. De kinderen waren de hele avond toch een beetje in schok maar we hebben ze goed opgevangen en redelijk kunnen geruststellen. De BBQ die voor die avond gepland was kon gewoon doorgaan en dat was maar goed ook. Zo kon ieder zijn zinnen wat verzetten. 

Sjoerd lag in het ziekenhuis van Paray-le-Monial (toch 40km in vogelvlucht) en dat zou de volgende dagen wat organisatie en heen-en-weer gerij vragen maar wat op een drama had kunnen uitdraaien heeft ons eindelijk allemaal wat dichter bij elkaar gebracht en dat is toch mooi?

Geen opmerkingen:

Een reactie posten